Eenvoudige, maar lekkere variant op de macaroni met ham en kaas uit de oven, zonder pakjes of zakjes.
Nodig:
300 gr. pipe rigate of andere grote macaroni-achtige pasta
1 ui, gesnipperd
2 blikken tomatenstukjes, of eenzelfde hoeveelheid verse (in het seizoen)
handje verse basilicum
eetl. balsamico azijn
150 gram schouderham, dikke plak, in blokjes gesneden
grote bol mozzarella
geraspte parmezaanse (of anders goudse) kaas
staafmixer
Kook de pasta beetgaar. Verwarm de oven voor op 200 graden.
Fruit de ui en voeg vervolgens de tomatenblokjes toe. Laat even sudderen.
Vet intussen een grote ovenschaal in, en snijd 2/3 van de mozzarella in plakjes, en de rest in kleine blokjes.
Voeg de balsamico-azijn en basilicum toe aan het tomatenmengsel, en pureer het geheel met de staafmixer (van het vuur af, uiteraard...)
Roer de pasta, saus en ham door elkaar, en doe het in de ovenschaal. Verdeel de blokjes mozzarella tussen de pasta, en leg de plakjes er bovenop. Strooi er tenslotte wat geraspte (parmezaanse) kaas over.
Bak er in de oven in ± 25 minuten een bruin korstje op. Serveer met een groene salade, aangemaakte rucola, of andijvie, net wat het seizoen je te bieden heeft.
In ons huishouden zijn er een aantal eters die mozzarella niet zo waarderen, voor hen vervang ik het door gewone kaas. Gewoon in dezelfde schaal, de ene kant met en de andere kant zonder.
Eet smakelijk!
De Keuken van Toen
Over koken zoals het vroeger ging. Met pure, eerlijke producten, van het seizoen. Vanaf de basis alles zelfgemaakt. Met de smaken van nu.
woensdag 11 april 2012
woensdag 1 februari 2012
Zelf appelmoes maken
Ik dacht eigenlijk dat iedereen wel weet hoe je zelf appelmoes maakt. Maar toen iemand me laatst vroeg hoe het eigenlijk moet, besloot ik er toch eens een blogje aan te wijden, want deze blog gaat immers over het helemaal vanaf de basis zelf maken van voedsel.
Dus voor het geval je nooit hebt durven vragen hoe je zelf appelmoes maakt:
Neem een grote pan, en een flinke hoeveelheid appels. Ik koop hiervoor altijd moesappels bij de boer. Die hebben hun uiterlijk niet zo mee, hebben een klein butsje of rare bulten, en zijn daarom stukken goedkoper. Maar de smaak is er niet minder om. Ik neem gemengde appels, wat goudrenetten (zuur), plus wat zoetere appels.
Schil de appels, en snijd ze in stukjes. Doe ze in de pan met een klein bodempje water:
Dus voor het geval je nooit hebt durven vragen hoe je zelf appelmoes maakt:
Neem een grote pan, en een flinke hoeveelheid appels. Ik koop hiervoor altijd moesappels bij de boer. Die hebben hun uiterlijk niet zo mee, hebben een klein butsje of rare bulten, en zijn daarom stukken goedkoper. Maar de smaak is er niet minder om. Ik neem gemengde appels, wat goudrenetten (zuur), plus wat zoetere appels.
Schil de appels, en snijd ze in stukjes. Doe ze in de pan met een klein bodempje water:
Kook het geheel vervolgens in een half uurtje op een zacht pitje tot moes, regelmatig roeren om aanbranden te voorkomen. Wordt het geheel te droog, dan doe je er een klein beetje water bij. Je kunt ook suiker toevoegen, maar dat vind ik persoonlijk bij gebruik van een paar zoetere appels niet nodig.
Na ongeveer een half uurtje zijn de stukjes gaar, en mocht je een helemaal gladde appelmoes willen, kun je het met de staafmixer even pureren. Wij houden wel van stukjes in de appelmoes, dus ik help het geheel even een handje met de aardappel-stamper. Je kunt het ook nog langer doorkoken, dan gaat het vanzelf, maar ik vind zelf dat de smaak daar niet echt beter van wordt.
Wat niet mag ontbreken is kaneel, ik voeg het altijd toe aan het einde van de kooktijd.
Bewaren in een (plastic) schaaltje (als je het binnen een paar dagen op eet), anders kun je het ook invriezen.
Sommige mensen bewaren het op dezelfde manier als jam, dus in een vooraf gesteriliseerde pot, maar omdat er geen suiker in zit is de houdbaarheid beduidend korter, en moet je wel op je hoede zijn voor bederf als je het op deze manier bewaart.
zondag 29 januari 2012
Pompoensoep
Lekker winters soepje, voor 6 personen.
Nodig:
- ongeveer 800 gr. pompoen-vruchtvlees (in blokjes), van een kleine ronde oranje pompoen (weet even niet hoe ze heten), of een butternut squash. Persoonlijk vind ik de eerste het beste geschikt voor dit doel.
- 1 rode ui
- 2 tenen knoflook
- 2 kleine stengels bleekselderij, of 1 grote
- 1 flinke winterpeen, of 2 kleintjes
- olijfolie
- 1 theelepel (gedroogde) rozemarijn
- 1 theelepel chilipoeder
- 1/2 theelepel tijm
- peper en zout
- 1 liter kippenbouillon (voor de vega-versie neem je groenten-bouillon)
Snijd de ui, bleekselderij en peen in kleine stukjes. Fruit ze samen met de knoflook, bleekselderij en winterpeen in de olie. Voeg vervolgens de pompoen en de kruiden toe. Schep even om en voeg de bouillon toe.
Laat een kwartier zachtjes pruttelen. Prik in de groenten om te kijken of ze gaar zijn. Als dat zo is, kun je de soep met de staafmixer of in de blender pureren.
Prima in te vriezen:
Nodig:
- ongeveer 800 gr. pompoen-vruchtvlees (in blokjes), van een kleine ronde oranje pompoen (weet even niet hoe ze heten), of een butternut squash. Persoonlijk vind ik de eerste het beste geschikt voor dit doel.
- 1 rode ui
- 2 tenen knoflook
- 2 kleine stengels bleekselderij, of 1 grote
- 1 flinke winterpeen, of 2 kleintjes
- olijfolie
- 1 theelepel (gedroogde) rozemarijn
- 1 theelepel chilipoeder
- 1/2 theelepel tijm
- peper en zout
- 1 liter kippenbouillon (voor de vega-versie neem je groenten-bouillon)
Snijd de ui, bleekselderij en peen in kleine stukjes. Fruit ze samen met de knoflook, bleekselderij en winterpeen in de olie. Voeg vervolgens de pompoen en de kruiden toe. Schep even om en voeg de bouillon toe.
Laat een kwartier zachtjes pruttelen. Prik in de groenten om te kijken of ze gaar zijn. Als dat zo is, kun je de soep met de staafmixer of in de blender pureren.
Prima in te vriezen:
zondag 22 januari 2012
Zelf paneermeel maken
Een van mijn voornemens voor dit jaar is om, voordat ik iets op mijn boodschappenlijstje zet, me af te vragen of ik het zelf kan maken. En zoals de titel van dit blogje al doet vermoeden: ik had paneermeel nodig.
Na enig onderzoek op internet en in mijn kookboeken, kwam ik tot de conclusie dat het heel simpel zou moeten zijn, dus heb ik een poging gewaagd. En nu vraag ik me af waarom heb ik dat nooit eerder heb gedaan. Het is gratis, want het brood wat je ervoor nodig hebt zou ik anders weg hebben gedaan, en het is inderdaad heel gemakkelijk:
Neem een flink aantal oud geworden boterhammen. In mijn geval heb ik ze opgediept uit de diepvries en laten ontdooien. Op de een of andere manier blijven er in onze vriezer steeds een aantal boterhammen achter, die dan vervolgens oud en droog worden. Prima hiervoor te gebruiken dus.
Snijd de donkere korstjes eraf, en leg de boterhammen op een bakblik of rooster. Ik heb ze op mijn siliconen bakmat gelegd, ging prima.
Zet ze vervolgens een half uurtje in een voorverwarmde oven, op 150 graden. Kijk na deze tijd of de boterhammetjes al helemaal crispy zijn geworden. Als ze nog een beetje zacht zijn laat je ze nog even staan, draai de oven terug tot 75 graden. Laat ze niet aanbranden!
Als ze helemaal hard zijn geworden, kunnen ze uit de oven, en laat je ze helemaal afkoelen.
Vervolgens breek je ze in stukken en doe je ze in de keukenmachine:
Na enig onderzoek op internet en in mijn kookboeken, kwam ik tot de conclusie dat het heel simpel zou moeten zijn, dus heb ik een poging gewaagd. En nu vraag ik me af waarom heb ik dat nooit eerder heb gedaan. Het is gratis, want het brood wat je ervoor nodig hebt zou ik anders weg hebben gedaan, en het is inderdaad heel gemakkelijk:
Neem een flink aantal oud geworden boterhammen. In mijn geval heb ik ze opgediept uit de diepvries en laten ontdooien. Op de een of andere manier blijven er in onze vriezer steeds een aantal boterhammen achter, die dan vervolgens oud en droog worden. Prima hiervoor te gebruiken dus.
Snijd de donkere korstjes eraf, en leg de boterhammen op een bakblik of rooster. Ik heb ze op mijn siliconen bakmat gelegd, ging prima.
Zet ze vervolgens een half uurtje in een voorverwarmde oven, op 150 graden. Kijk na deze tijd of de boterhammetjes al helemaal crispy zijn geworden. Als ze nog een beetje zacht zijn laat je ze nog even staan, draai de oven terug tot 75 graden. Laat ze niet aanbranden!
Als ze helemaal hard zijn geworden, kunnen ze uit de oven, en laat je ze helemaal afkoelen.
Vervolgens breek je ze in stukken en doe je ze in de keukenmachine:
Maal de stukken vervolgens fijn, tot je paneermeel hebt:
Simpel, toch?
dinsdag 10 januari 2012
Zuurdesembrood
De aanhouder wint! Na een flink aantal mislukte pogingen is het me gelukt om zuurdesem te maken, en vandaag heb ik er een broodje van gemaakt. Niet slecht voor de eerste poging, al zeg ik het zelf. Zo heb ik het gedaan:
Zuurdesem
Hiervoor heb je slechts twee ingredienten nodig: bloem en water. Oja, en ook flink wat geduld, want het duurt een paar dagen. Roggebloem schijnt het beste te werken, liefst biologisch.
Dag 1: roer een papje van 1,5 theelepel roggebloem met theelepels water in een kom, en dek af met huishoudfolie. Een theedoek schijnt ook te kunnen.
Dag 2: niets. Meestal gebeurt er de eerste 24 tot 36 nog niets, gewoon even afwachten tot er kleine belletjes ontstaan.
Dag 3: Vanaf nu moeten de ontstane gistcellen worden 'gevoed'. Vandaag 2x met 1 eetl. roggebloem en 2 eetl. water. Het papje moet goed door te roeren zijn, maar niet zo nat dat er water op blijft staan. De ene keer zul je dus iets meer water moeten toevoegen dan beschreven is, en de andere keer weer iets minder.
Dag 4: 2 x per dag voeden met 1,5 eetl. roggebloem en 1,5 eetl. water.
Dag 5 en 6: 2x per dag voeden met 3 eetl. bloem en 3 eetl. water.
Als het mengsel na het 'voeden' flink omhoog komt, dan zit je goed. Als het een aantal keren is gebeurd, is het klaar voor gebruik. Je kunt het het beste gebruiken als het mengsel aardig actief is.
Of het lukt is van een aantal factoren afhankelijk. Zo moeten in de omgeving de juiste bacterien aanwezig zijn. Als je te goed hebt gepoetst met chemische middelen, kan het dus zijn dat het mislukt. Je kunt het geluk een handje helpen door het mengsel een uurtje in de buitenlucht te zetten met een theedoek erover.
In mijn geval gebeurde er na 4 dagen nog niet zo heel erg veel. Ik heb toen karnemelk toegevoegd in plaats van water, dat gaf de gistcellen ook een duwtje in de goede richting.
Bovenstaande hoeveelheid is voldoende voor een klein broodje, plus een restje wat je weer kunt voeden, en vervolgens in de koelkast kunt bewaren. Om de paar dagen voeden is voldoende als het in de koelkast staat. Zo kan je mengsel ook weer aangroeien voor een volgend brood.
Als je een groot brood, of meer broden wilt maken, moet je de hierboven beschreven hoeveelheden aanpassen.
Volkorenbroodje
Wat ik voor het broodje op de foto heb gebruikt is:
- 150 gram zuurdesem
- 250 ml water (ongeveer, dit is afhankelijk van diverse factoren zoals de vochtigheid van je bloem)
- 450 gram volkorenbloem
- 50 gram roggebloem (per ongeluk, want ik had net geen 500 gr volkorenbloem meer, maar het is best aardig uitgevallen)
- flinke theelepel zout
Roer een deel van het water door het zuurdesem, en voeg vervolgens geleidelijk bloem toe, weer wat water, enz. tot je een kneedbaar deeg hebt. De hoeveelheid water moet je een beetje op gevoel bepalen. Het deeg moet dus niet te droog zijn, zodat het uit elkaar valt, maar ook niet te nat, zodat het plakt.
Kneed het deeg. De meningen lopen hierover uiteen van 10 minuten kneden tot 10 keer kneden. Ik heb het op ongeveer 100 keer gehouden, toen was het deeg naar mijn idee soepel genoeg. Doe het in een ruime kom en dek af met huishoudfolie.
Wat ik heb begrepen is dat de rijstijd erg belangrijk is. Ik heb het deeg 's avonds gekneed, en de volgende dag gebakken.
Kneed het deeg na de eerste rijs nog een keer kort door, en vorm het brood. Je kunt er gewoon een platte bal van maken. Leg het op een met bloem bestoven bakblik. Ik heb een siliconen bakmat gebruikt, dat ging erg goed.
Maak met een scherp mes een aantal inkepingen voor de sier, en bestuif met een beetje bloem. Dek weer (losjes) af met huishoudfolie voor de tweede rijs. Ik heb het de hele ochtend laten liggen, en rond de middag afgebakken. Op 200 graden, ongeveer 3 kwartier.
Als je op de onderkant van het brood klopt moet het hol klinken, dan is het gaar. Voor de zekerheid heb ik ook de breinaald-test gedaan, als er geen ongaar deeg aan je (brei)naald blijft plakken weet je zeker dat het brood gaar is. Laat afkoelen op een rooster. Je kunt hiervoor ook het rooster van je oven omgekeerd op het aanrecht zetten.
En zie hier mijn eerste zuurdesembroodje:
Zuurdesem
Hiervoor heb je slechts twee ingredienten nodig: bloem en water. Oja, en ook flink wat geduld, want het duurt een paar dagen. Roggebloem schijnt het beste te werken, liefst biologisch.
Dag 1: roer een papje van 1,5 theelepel roggebloem met theelepels water in een kom, en dek af met huishoudfolie. Een theedoek schijnt ook te kunnen.
Dag 2: niets. Meestal gebeurt er de eerste 24 tot 36 nog niets, gewoon even afwachten tot er kleine belletjes ontstaan.
Dag 3: Vanaf nu moeten de ontstane gistcellen worden 'gevoed'. Vandaag 2x met 1 eetl. roggebloem en 2 eetl. water. Het papje moet goed door te roeren zijn, maar niet zo nat dat er water op blijft staan. De ene keer zul je dus iets meer water moeten toevoegen dan beschreven is, en de andere keer weer iets minder.
Dag 4: 2 x per dag voeden met 1,5 eetl. roggebloem en 1,5 eetl. water.
Dag 5 en 6: 2x per dag voeden met 3 eetl. bloem en 3 eetl. water.
Als het mengsel na het 'voeden' flink omhoog komt, dan zit je goed. Als het een aantal keren is gebeurd, is het klaar voor gebruik. Je kunt het het beste gebruiken als het mengsel aardig actief is.
Of het lukt is van een aantal factoren afhankelijk. Zo moeten in de omgeving de juiste bacterien aanwezig zijn. Als je te goed hebt gepoetst met chemische middelen, kan het dus zijn dat het mislukt. Je kunt het geluk een handje helpen door het mengsel een uurtje in de buitenlucht te zetten met een theedoek erover.
In mijn geval gebeurde er na 4 dagen nog niet zo heel erg veel. Ik heb toen karnemelk toegevoegd in plaats van water, dat gaf de gistcellen ook een duwtje in de goede richting.
Bovenstaande hoeveelheid is voldoende voor een klein broodje, plus een restje wat je weer kunt voeden, en vervolgens in de koelkast kunt bewaren. Om de paar dagen voeden is voldoende als het in de koelkast staat. Zo kan je mengsel ook weer aangroeien voor een volgend brood.
Als je een groot brood, of meer broden wilt maken, moet je de hierboven beschreven hoeveelheden aanpassen.
Volkorenbroodje
Wat ik voor het broodje op de foto heb gebruikt is:
- 150 gram zuurdesem
- 250 ml water (ongeveer, dit is afhankelijk van diverse factoren zoals de vochtigheid van je bloem)
- 450 gram volkorenbloem
- 50 gram roggebloem (per ongeluk, want ik had net geen 500 gr volkorenbloem meer, maar het is best aardig uitgevallen)
- flinke theelepel zout
Roer een deel van het water door het zuurdesem, en voeg vervolgens geleidelijk bloem toe, weer wat water, enz. tot je een kneedbaar deeg hebt. De hoeveelheid water moet je een beetje op gevoel bepalen. Het deeg moet dus niet te droog zijn, zodat het uit elkaar valt, maar ook niet te nat, zodat het plakt.
Kneed het deeg. De meningen lopen hierover uiteen van 10 minuten kneden tot 10 keer kneden. Ik heb het op ongeveer 100 keer gehouden, toen was het deeg naar mijn idee soepel genoeg. Doe het in een ruime kom en dek af met huishoudfolie.
Wat ik heb begrepen is dat de rijstijd erg belangrijk is. Ik heb het deeg 's avonds gekneed, en de volgende dag gebakken.
Kneed het deeg na de eerste rijs nog een keer kort door, en vorm het brood. Je kunt er gewoon een platte bal van maken. Leg het op een met bloem bestoven bakblik. Ik heb een siliconen bakmat gebruikt, dat ging erg goed.
Maak met een scherp mes een aantal inkepingen voor de sier, en bestuif met een beetje bloem. Dek weer (losjes) af met huishoudfolie voor de tweede rijs. Ik heb het de hele ochtend laten liggen, en rond de middag afgebakken. Op 200 graden, ongeveer 3 kwartier.
Als je op de onderkant van het brood klopt moet het hol klinken, dan is het gaar. Voor de zekerheid heb ik ook de breinaald-test gedaan, als er geen ongaar deeg aan je (brei)naald blijft plakken weet je zeker dat het brood gaar is. Laat afkoelen op een rooster. Je kunt hiervoor ook het rooster van je oven omgekeerd op het aanrecht zetten.
En zie hier mijn eerste zuurdesembroodje:
dinsdag 3 januari 2012
Doe maar weer gewoon spaghetti
We zijn helemaal klaar met de feestdagen. We willen gewoon weer spaghetti. Dus hierbij mijn recept voor pastasaus 'a la Signora Verde'. Voor een lekker grote pan, dan kun je nog wat in de diepvries doen voor als je een keer geen zin hebt om uitgebreid te koken. Terwijl je de saus dan opwarmt kook je nog even wat pasta, en klaar is kees.
Nodig:
- 1 flinke ui
- 2 teentjes knoflook
- olie of bakvet
- pond (biologisch) rundergehakt, of quorn
- doosje champignons
- 3 paprika's (liefst rood, geel en groen)
- 1 winterpeen, of een paar worteltjes
- blik tomatenstukjes
- pak gezeefde tomaten
- kruiden naar smaak (paprikapoeder, peper, zout)
- oregano
- evt. beetje chilisaus
Snipper de ui en knoflook, en fruit ze in wat olie of bakvet. Voeg het gehakt toe, bak het rul.
Breng het op smaak met kruiden, ik gebruik meestal paprikapoeder en wat peper en zout.
In de tussentijd snijd je de paprika's en wortel in stukjes. Als het gehakt gaar is, kunnen de groenten erbij.
Borstel de champignons schoon, snijd in vieren en doe erbij in de pan. Laat lekker gaar stoven, af en toe roeren. Na een minuut of 5 voeg je de tomatenstukjes en de gezeefde tomaten toe.
Nu het belangrijkste van de saus: ongeveer een afgestreken eetlepel gedroogde oregano. Doe eerst maar iets minder, want smaken verschillen. Nadat je het hebt geproefd, kun je er altijd nog iets meer bij doen.
Laat het geheel een kwartiertje pruttelen. Langer mag ook, dan trekken de smaken lekker door. Vergeet niet ondertussen de spaghetti op te zetten.
Proef even hoe het ervoor staat. Soms valt de smaak een beetje vlak uit, dat kan liggen aan de kwaliteit van de gebruikte produkten. In dat geval kan een theelepel chilisaus voor net wat extra bite zorgen.
Eet smakelijk!
Nodig:
- 1 flinke ui
- 2 teentjes knoflook
- olie of bakvet
- pond (biologisch) rundergehakt, of quorn
- doosje champignons
- 3 paprika's (liefst rood, geel en groen)
- 1 winterpeen, of een paar worteltjes
- blik tomatenstukjes
- pak gezeefde tomaten
- kruiden naar smaak (paprikapoeder, peper, zout)
- oregano
- evt. beetje chilisaus
Snipper de ui en knoflook, en fruit ze in wat olie of bakvet. Voeg het gehakt toe, bak het rul.
Breng het op smaak met kruiden, ik gebruik meestal paprikapoeder en wat peper en zout.
In de tussentijd snijd je de paprika's en wortel in stukjes. Als het gehakt gaar is, kunnen de groenten erbij.
Borstel de champignons schoon, snijd in vieren en doe erbij in de pan. Laat lekker gaar stoven, af en toe roeren. Na een minuut of 5 voeg je de tomatenstukjes en de gezeefde tomaten toe.
Nu het belangrijkste van de saus: ongeveer een afgestreken eetlepel gedroogde oregano. Doe eerst maar iets minder, want smaken verschillen. Nadat je het hebt geproefd, kun je er altijd nog iets meer bij doen.
Laat het geheel een kwartiertje pruttelen. Langer mag ook, dan trekken de smaken lekker door. Vergeet niet ondertussen de spaghetti op te zetten.
Proef even hoe het ervoor staat. Soms valt de smaak een beetje vlak uit, dat kan liggen aan de kwaliteit van de gebruikte produkten. In dat geval kan een theelepel chilisaus voor net wat extra bite zorgen.
Eet smakelijk!
woensdag 28 december 2011
Bruschetta met tomaat, pesto en mozarella
Het is zover: de aftrap op mijn nieuwe blog! Om te beginnen een simpel recept om de restjes van de kerst op te maken. Je kunt dit recept serveren bij tomatensoep, als voorgerecht voor ca. 6 personen, of als lunchgerecht voor 2 personen.
Je kunt oud brood gebruiken, of afbak brood wat je nog ongebakken in plakken snijdt.
Nodig:
- 1 (afbak) stokbrood, of een paar sneetjes oud (stok)brood
- 4 tomaten (je kunt ieder soort tomaten gebruiken, van cherrytomaten neem je gewoon iets meer)
- halve (rode) ui
- olijfolie
- groene pesto (zelfgemaakt, of uit een potje)
- maxi mozarella, of twee bolletjes
- zwarte peper uit de molen, zout
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Maak je een voorgerecht, snijd het stokbrood dan in plakken. Reken per persoon twee plakken.
Maak je een lunchgerecht, snijd het stokbrood dan doormidden, en snijd beide helften vervolgens over de breedte in helften. (Je hebt dan 4 stukken.)
Snijd de tomaten in blokjes en snipper de ui. Meng beide met een beetje olijfolie. Laat de kaas uitlekken, en snijd in plakjes.
Leg het brood op een bakplaat (met bakpapier) of op een rooster. Beleg ieder stukje brood met tomaten.
Voorzie de stukjes brood elk van een theelepel pesto (beetje verdelen over het broodje), en een plakje mozarella. Maak je grotere stukken voor de lunch, neem dan iets meer.
Nog een beetje peper en zout, en dan 5 tot 7 minuten in de oven. De kaas moet gesmolten zijn, en het brood moet net een beetje bruin gaa kleuren aan de randjes. Lekker bij tomatensoep dus, recept volgt...
Je kunt oud brood gebruiken, of afbak brood wat je nog ongebakken in plakken snijdt.
Nodig:
- 1 (afbak) stokbrood, of een paar sneetjes oud (stok)brood
- 4 tomaten (je kunt ieder soort tomaten gebruiken, van cherrytomaten neem je gewoon iets meer)
- halve (rode) ui
- olijfolie
- groene pesto (zelfgemaakt, of uit een potje)
- maxi mozarella, of twee bolletjes
- zwarte peper uit de molen, zout
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Maak je een voorgerecht, snijd het stokbrood dan in plakken. Reken per persoon twee plakken.
Maak je een lunchgerecht, snijd het stokbrood dan doormidden, en snijd beide helften vervolgens over de breedte in helften. (Je hebt dan 4 stukken.)
Snijd de tomaten in blokjes en snipper de ui. Meng beide met een beetje olijfolie. Laat de kaas uitlekken, en snijd in plakjes.
Leg het brood op een bakplaat (met bakpapier) of op een rooster. Beleg ieder stukje brood met tomaten.
Voorzie de stukjes brood elk van een theelepel pesto (beetje verdelen over het broodje), en een plakje mozarella. Maak je grotere stukken voor de lunch, neem dan iets meer.
Nog een beetje peper en zout, en dan 5 tot 7 minuten in de oven. De kaas moet gesmolten zijn, en het brood moet net een beetje bruin gaa kleuren aan de randjes. Lekker bij tomatensoep dus, recept volgt...
Abonneren op:
Posts (Atom)